E-nummers, E-nummers, E-nummers. We hebben vermoedelijk meteen je aandacht, klopt? Iedereen vindt namelijk wel iets van deze onbetrouwbare, ongezonde en ongenode gasten in ons voedsel. Want zo worden ze veelal gezien. En daarmee zijn ze vaak het onderwerp van gesprek, discussie en vooral van onduidelijkheid.
Begrijp het goed, wij hebben een heldere mening over E-nummers. Wij voegen aan ons brood dan ook niets toe wat niet nodig is. Laat de natuur haar gang maar gaan, dat is ons idee. Maar om nu te zeggen dat alle E-nummers slecht, verkeerd en overbodig zijn, dat lijkt wat voorbarig en kort door de bocht. De wereld van de E-nummers is voor velen namelijk even groot als onbekend. En in die wereld wandelen sprookjes en feiten hand in hand.
Goedgekeurd, maar…
E-nummers vind je overal. Trek een keukenkast open of pak een verpakking uit de schappen in de supermarkt en je hebt een serie nummers te pakken. De één vreest elk getal op iedere wikkel, de ander laat zich niet of minder remmen door wat er op een zak of potje staat. En dat is ook precies hoe verdeeld de meningen en de verhalen over de toevoegingen zijn.
Additieven worden al gebruikt zolang als dat we eten koken en bewaren. Onze huidige E-nummering bestaat echter pas sinds de jaren 80, toen de landen van de Europese Unie het gebruik van al die hulpstoffen samen gingen controleren en labelen. Daar komt ook die ‘E’ vandaan. Veilige en betrouwbare toevoegingen, goedgekeurd door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid. Maar als het goedgekeurd is waarom dan die slechte naam?
Mooier, dus lekkerder
Dat zit hem vooral in de manier waarop wij zelf naar ons voedsel en naar de fabrikanten zijn gaan kijken. Al jaren schotelen zij ons voedsel voor dat er net iets mooier uitziet dan het van zichzelf is. Of net iets zoeter, iets sterker van smaak, of langer houdbaar. Dat willen (of wilden…) we zelf, want we zien onze margarine het liefst botergeel en ons tartaartje bij voorkeur warmrood. Toch zijn we vraagtekens gaan zetten en zijn we ons bewust geworden van al die getallen op die verpakkingen met smakelijke plaatjes van hoe ons voedsel eruit ‘hoort’ te zien.
We zijn bewuster geworden van wat we kopen en van wat we eten. En dat is goed. Want daardoor maken we steeds vaker keuzes die bij ons lichaam passen. Producten die gezond zijn en in veel gevallen ook gewoon erg lekker. Van nature al. Want toevoegingen zijn echt niet altijd nodig. Maar ook zeker niet altijd slecht. Veel E-nummers komen namelijk rechtstreeks uit de natuur. Zo bevat een tomaat van zichzelf E620, draagt de oranje kleurstof in een wortel het nummer E160 en noemen de rode kleur van bietensap ook wel E162. Zelfs vitamine C heeft haar E300 een eigen nummer.
Minder is meer
Dat alle E-nummers die we in onze boodschappenmandjes terugvinden chemisch, nep en namaak zijn, is dus niet waar. En vrezen voor elke toevoeging is ook onnodig. Het maken van juiste keuzes en het kiezen van producten waar we ons goed bij voelen, dát is belangrijk. Echter niet altijd even eenvoudig. Hulpstoffen worden niet overal bij hun E-nummer genoemd. Want weten we allemaal dat ascorbinezuur en E300 hetzelfde zijn? En xantaangom eigenlijk gewoon E415 is?
Verwarrend. Dat blijft het. Hoewel, er zijn tegenwoordig boekjes en zelfs apps om meer inzicht te krijgen in de wereld van de toevoegingen en nummering van voedingsmiddelen. Natuurlijk is gezond verstand ook een fijn kompas, en op gevoel kom je eveneens ver. Wat we ons vooral moeten afvragen is of alle toevoegingen werkelijk nodig zijn. Inmiddels is namelijk al wel duidelijk dat hoe meer E-nummers een product bevat, hoe groter de kans is dat er minder nuttige voedingsstoffen in zitten. En dat is waar het óns om gaat wanneer wij ons deeg bereiden.
Een kort boodschappenlijstje
Er is dus veel, heel veel, te zeggen over E-nummers. Ze zijn inmiddels onderdeel van onze voeding en van ons leven. Helaas en jammer? Zeker niet altijd, maar hoe nodig de toevoegingen zijn daar hebben wij bij The Bread Company wel een mening over. Althans, als het op brood aankomt. Wij weten inmiddels dat puur natuur voor de lekkerste smaak zorgt. Bloem, water, desem en zout. Het kortste boodschappenlijstje is voor onze bakkers voldoende om het mooiste brood te bakken. Precies zoals ze dat vroeger deden, toen ze nog nooit van E-nummers hadden gehoord.